maandag, februari 06, 2006

Misschien

Misschien
is het beter zo,
misschien
is het beter
niet zo ‘misschien’
en misschien
is ‘niet’ beter -
en is ‘zeker’
niet beter
dan ‘misschien’?

Wellicht
is ‘onzeker’
wat onzeker,
is ‘zeker niet’
dan misschien
niet beter
dan alleen
steeds maar ‘misschien’
en is ‘alleen’
dan misschien
niet beter
dan ‘misschien
niet alleen’?

Alleen is
niets zeker,
alleen ‘niets’
is zeker en
alleen

En misschien is
‘misschien’ wel
beter dan ‘niets’,
is ‘misschien wel’
dan misschien niet
nog beter?

Misschien is
‘wellicht’
wel zwaar
maar is
‘misschien’
dat misschien
wel waard
en misschien niet…

17 Mijmeringen:

Blogger Sauwelios zei...

Misschien is het woord "misschien" wel een contractie van "mij schijnt (het toe)"; zo schijnt het mij althans toe.

2/06/2006 9:39 p.m.  
Blogger Vincent zei...

zeer wel mogelijk! zal het 'es opzoeken...

V.

2/07/2006 12:02 a.m.  
Blogger Sauwelios zei...

Graag! Ik ben benieuwd of ik ditmaal wèl juist zit.

2/07/2006 8:44 p.m.  
Blogger Vincent zei...

Het WNT (Woordenboek der Nederlandsche Taal) zegt over 'misschien' het volgende:

"MISSCHIEN (II) — daarnaast andere vormen (zie beneden) —, thans als bijw. gebruikt. Mnl. misscien, messcien, masscien, machscien, ook machgescien. Koppeling van mach en (ge)scien: zie verder VERDAM 4, 927 (de a der eerste lettergreep bleef niet, doordat die lettergreep weinig toon had)."

NB 'Mnl' is hier 'Middelnederlands'. Voor bovenstaande verklaring pleit wellicht de dubbele 's' in 'misschien'. Tweemaal 's' is voorstelbaar wanneer 'misschien' een contractie is van (oudere vormen van) 'mag' en 'geschieden', maar wanneer het uit 'mij' en 'schijnen' zou zijn ontstaan zou 'mischien' een logischer vorm zijn.

Eveneens uit het WNT:
"SCHIJNEN, onz. st. ww. Mnl. scînen, mnd. schînen, ohd. scînan, mhd. schînen, hd. scheinen, os. skînan, ofri. skîna, ags. scînan, eng. to shine, on. skîna, got. skeinan. Met verschillend suffix van denzelfden stam als schemer, schim en schier (I); buiten het Germaansch zijn verwant gr. skigaaxu;, schaduw, obulg. sênì, schaduw, sijati, schitteren, alb. hê, schaduw, skr. châyá-, glans, schaduw."

Zoals je ziet, komt in (voorlopers/verwanten van) het Nederlands de vorm 'sc(h)ien' (met 'e' dus) voor 'schijnen' niet voor. Wellicht pleit de 'e' in 'misschien' eveneens tegen 'schijnen', in elk geval is genoemde 'e' een argument voor '(ge)schieden'.

Het feit dat (zie eerste citaat) zowel 'misschien' als 'machgescien' als diverse tussenvormen voorkomen tot slot is m.i. de sterkste aanwijzing dat 'mag geschieden' de juiste 'verklaring' is.

Hebben we weer wat geleerd ;)

V.

2/08/2006 6:11 p.m.  
Blogger Maj zei...

Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.

2/09/2006 5:04 p.m.  
Blogger Sauwelios zei...

Ok, dan lijkt het qua opbouw dus wel op "maybe". Waar ik dan nu benieuwd naar ben is de etymologie van "geschieden". Zou u zo vriendelijk willen zijn?

Wat vet trouwens dat je toegang hebt tot zo'n kennisbron.

2/10/2006 12:03 a.m.  
Blogger Vincent zei...

Lein: Misschien wist je niet dat ondergetekende ook de door jou later weer verwijderde posts kan lezen? :P

grtz, V.

2/10/2006 12:22 a.m.  
Blogger Sauwelios zei...

Mijn eerste vermoeden is dat "geschieden" verwant is met "scene" en "schijnen" in de zin van "blijken", "zich openbaren". Dat is immers geschieden: iets dat geschiedt trekt voorbij aan het oog, vindt plaats op het toneel des levens.

2/10/2006 12:53 a.m.  
Blogger Vincent zei...

Inderdaad, 'maybe' lijkt eenzelfde traject te hebbben afgelegd, een contractie van hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord tot een bijwoord... Je opmerking brengt me trouwens tot de vraag of 'be' - dan volgens mij in tegenstelling tot 'zijn' - ook een betekenisaspect in zich draagt dat ik (onbekend met de vakterm ervoor) als 'conditioneel' zou bestempelen: 'maybe' laat zich m.i. het best vertalen met 'het moge zo zijn', mijn gevoel zegt dat het 'conditionele' hier niet alleen door het modale hulpwerkwoord 'may' wordt veroorzaakt, maar ook door deze (moeilijk te verwoorden) betekenisvariant van 'be'...

Terug naar je vraag. Het WNT (zeer zeker een geweldig naslagwerk, je opmerking brengt me op een idee trouwens maar daarover later meer) zegt over 'geschieden' het volgende:

"GESCHIEDEN — voorheen, en nog heden wel bij dichter, in den ouderen vorm GESCHIEN —, onz. zw., maar oorspronkelijk st. ww.; met zijn (voorheen ook wel met hebben): geschiedde, voorheen geschach, is (heeft) geschied. Ohd. gascehan (GRAFF 6, 412); mhd. geschehen (LEXER 1, 898); nhd. geschehen; mndd. geschên (SCHILLER-LÜBBEN 2, 76); mnl. gescien. Van het thans ongebruikelijke Schien (Schieden: zie ald.), met het voorv. Ge- in de bet. mede, waardoor uitgedrukt wordt, dat de werking in betrekking tot een persoon plaats heeft (III, 10); de oorspronkelijke beteekenis moet geweest zijn accidere, contingere (verg. ook GEBEUREN).
De vorm geschien, die voor het hedendaagsch taalbewustzijn door uitstooting van de d uit geschieden schijnt te zijn ontstaan, is inderdaad ouder: in het oorspronkelijk sterke ww. geschien, dat in vormen geheel met zien overeenkwam, is eene d ingeschoven (verg. daarover FRANCK, Mnl. Gr., § 115, Anm. 1), en het woord is reeds vroegtijdig zwak geworden; de sterke verl. tijd geschach is echter nog lang in gebruik gebleven (zie de voorbeelden). In het Gothisch zou geschieden luiden gaskaihwan, en vóór de klankverschuiving moet de stam derhalve geweest zijn skek: dien stam vindt men, buiten het Germaansch, in het Slavisch, waar hij het begrip springen vertegenwoordigt (zie b. v. MIKLOSICH, Etym. Wtb. 301), eene beteekenis die ook voorkomt bij het verwante skr. khac, waarin de geaspireerde beginletter uit sk moet zijn ontstaan, evenals b. v. ph uit sp in phena, lat. spuma. Den overgang van het begrip, eigen aan de vormen van het Slavisch en Sanskrit, tot het begrip accidere, eigen aan geschieden, vindt men in de beteekenissen van de verwante woorden Schicht, Schichtig en Schikken (zie die woorden, en verg. ook MISSCHIEN).
Geschieden is in onze taal synoniem met gebeuren (zie bij dat woord), maar kenmerkt zich daardoor, dat het een sterken invloed heeft ondergaan van lat. fieri en gr. gígneVqai, eene omstandigheid die het recht geeft tweeërlei taalgebruik te onderscheiden:

I) Naar het oorspronkelijk Germaansch taalgebruik.
A) In 't algemeen. Gebeuren, voorvallen.
1) Van allerlei voorvallen, die door een vnw. als dit, dat, wat, hetgeen enz. worden aangeduid. || Gelijck hy ons uytleyde, alsoo is 't geschiet, Gen. 41, 13. Dit geschiedde op den dertienden dach der maent Adar, Esther 9, 17. Dit alles is geschiet, op dat vervult soude worden, 't gene van den Heere gesproken is, Matth. 1, 22. 't Welck niet geschiedt soude hebben, had hy enz., VISSCHER, Sinnep. 171 a. Dit geschach ... op den twaalfden van Herfstmaant, HOOFT, N. H. 873. Alles, wat gy van my eischt, zal geschieden, Leev. 8, 189. Ik zal ... den hoek wel te boven komen; maar het moet zo allengs geschieden, 8, 296. Eene zoo schrandere gissing ... moet noodwendig ... grooten bijval vinden, gelijk ook ... geschied is, V. D. PALM, Sal. 1, 78. Dat alles naar Gods wijzen wil geschiedt, V. LENNEP, Rom. 4, 222. Voorheen had men in netelige omstandigheden een Potestaat verkoren ...; thans echter geschiedde dit niet, 6, 195. Het geschiedde zoo met uwe toestemming, CONSCIENCE 3, 189 a.
Wat dat van ouds, van nieuws ter wereld oyt geschach.
WESTERBAEN, Ock. 167.
Doch hoe 't ook ga, wat ook geschied',
Neen! vleijen, kruipen kan ik niet?
SPANDAW 2, 49.
Wat toch, wat is er, in deez' dagen
Op 't Huis ter Leede dan geschied?
V. LENNEP, Poët. 1, 11.
— Soms, inzonderheid in bijbeltaal, wordt het bedoelde voorval aangeduid door een onderwerpszin met dat, welke wordt aangekondigd door het vnw. het, zoodat het ww. schijnbaar als onpersoonlijk gebezigd wordt. || Ende het geschiedde als sy in 't velt waren, dat Kain tegens sijnen broeder Habel opstont, Gen. 4, 8. Het sal geschieden, dat, al die my vint, my sal dootslaen, 4, 14. 't Sal geschieden, dat ick u sal doen, gelijck als ick hen dachte te doen, Num. 33, 56. Ende het geschiedde, als sy reysden, dat hy quam in een vleck, Luc. 10, 38.
— In den Bijbel vindt men de uitdrukking het geschiedde of het zal geschieden, gebezigd ter inleiding van een verhaal of eene mededeeling, gevolgd door een bijzin met als, waaraan een volgende hoofdzin met zoo beantwoordt: het geschiedde of het zal geschieden staat dan, onpersoonlijk gebezigd, buiten het zinsverband. || 't Geschiedde nu des anderen daegs, als de Philistijnen quamen om de verslagene te plunderen: Soo vonden sy Saul, 1 Chron. 10, 8. 't Sal geschieden, als uwe dagen sullen vervullet zijn, dat gy henen gaet tot uwe vaderen, soo sal ick enz., 17, 11. Ende het geschiedde, als ick dese woorden hoorde, soo sat ick neder ende weende, Nehem. 1, 4.
2) Van allerlei voorvallen, die door een znw. als ding, zaak min of meer onbepaald worden aangeduid, of wel, van ongelukken, rampen enz. || Laet alle dingen eerlick ende met orden geschieden, 1 Cor. 14, 40. Spreeckt, hoe is dit quaet geschiet? Richt. 20, 3.
— Voorheen, en thans nog in Vlaamsch Belgiëook wel van voorvallen of gebeurtenissen van anderen aard. || Geen treffen geschach ooit, met grooter gewelt, oft twyfelachtigher uitkoomst, HOOFT, Tac. 56. Er geschiedde een bloedige veldslag te Benevent, CONSCIENCE 4, 242 b.
Als dese Koning-vlucht geschach,
Doe enz.
CAMPHUYZEN, Ps. 68, 5.
B) In betrekking tot bepaalde personen. Gebeuren, te beurt, ten deel vallen, overkomen. Met een persoon in den 3den nv. als bepaling.
1) Onpersoonlijk gebezigd. || Op dat het alsoo aen my geschieden soude, 1 Cor. 9, 15. Mij geschiede volgens uwen vaderlijken wil, CONSCIENCE 2, 133 b.
Also dat hemlieden is ghebuert,
Salt ons allen geschien inden dach des oordeels.
Spelen van Sinne v. 1539, bl. 430.
Soo ghy doet, sal u geschieden.
HUYGENS 1, 685.
2) Persoonlijk gebezigd. — a) Met een onderwerp aangeduid door een vnw. In Noord-Nederland thans niet in gebruik: men zegt gebeuren of overkomen. || Sy wierden vervult met verbaestheyt ende ontsettinge, over 't gene dat hem geschiet was, Hand. 3, 10. Wat geschiedt u ...? Gevoelt gij u onpasselijk? CONSCIENCE 4, 38 a.
b) Met eene zaak als onderwerp, datgene aanwijzende wat iemand te beurt valt, overkomt, en waardoor derhalve in 't algemeen een geluk, een ongeluk, eene bejegening van anderen wordt te kennen gegeven (verg. ook de bet. II, A). || Dat haer geen genade en geschiedde, Josua 11, 20. Haer sal barmhertigheyt geschieden, Matth. 5, 7. Hy ... wreeckte den genen dien overlast geschiedde, Hand. 7, 24. Ik heb onzen Hendrik dikwyls eens een gragt of zes omgeleid, op dat de menschen zien zouden, wat eer my geschiedde, Blank. 2, 50. Er zal u geen het minste leed geschieden, CONSCIENCE 1, 295 b.
een swaer geval, dat veeltijts kan geschieden,
Aen yemant wie het zy, doch meest aen oude lieden,
Dat is een droef verlies, van d' een of d' ander vrient.
CATS 2, 341 b.
Wat mocht my meerder quaat van u als dit geschieden?
BREDERO, Roddr. 58.
So dat haer 't ongeluck by nae getroffen had
Dat Niobe geschagh.
WESTERBAEN, Ged. 2, 113.

II) Onder invloed van het Grieksch en Latijnsch taalgebruik, t. w. als beantwoordende aan gr. gígnesqai, lat. fieri.
A) In meer of minder duidelijk passieve opvatting: evenals fieri het passivum is van facio, gígnesqai dat van poieîn, zoo wordt ook geschieden gebezigd als passivum van doen en daarmede zinverwante woorden; geschieden beteekent dan gedaan, verricht, volvoerd, bewerkt worden, enz. Met eene zaak als onderwerp, waardoor eene handeling wordt te kennen gegeven. Dit gebruik laat zich niet in elk bijzonder geval van het onder I) genoemde onderkennen. || Morgen sal u verlossinge geschieden, 1 Sam. 11, 9. Te middernacht geschiedde een geroep (gr. kraughêgéneto; Vulg. clamor factus est), Matth. 25, 6. Besnijdenisse in het vleesch, die met handen geschiet (gr. ceiropoi½tou; Vulg. manu facta), Ephes. 2, 11. Sonder bloetstortinge en geschiet geen vergevinge (gr. oûgínetaiàfesiV; Vulg. non fit remissio), Hebr. 9, 22. Als hy het op eene fatsoenlyke wyze doet, geschiedt my daar geen ondienst mede, Leev. 7, 281. Waant gij misschien ... dat Lelijwijk door uw zwijgen dienst geschiedt? Wildsch. 6, 125. Aan onze Europésche Hoven geschieden menigmaal plotselijke veranderingen van Staatsdienaars, V. D. PALM, Sal. 1, 291. Kwaadspreken kan geschieden uit velerlei beginselen, 1, 334. Het met minachting spreken over anderen geschiedt menigmaal uit ontijdige en ongepaste voorbarigheid, 1, 339. De kostbare toevoer van levensmiddelen, voeraadje en krijgsbehoeften (kon) over de geopende zee ... met gemakkelijkheid en snelheid geschieden, V. D. PALM, Gedenkschr. 27. Er zijn bepaalde vormen voorgeschreven, naar welke de lichtingen in dit land geschieden moeten, V. LENNEP, Rom. 9, 255. Dit verhaal ... is tegelijkertijd zoo verheven en zoo kinderlijk, het geschiedt op zoo onbekommerden toon, BEETS, Versch. 2, 56. De waterloozing geschiedt ... door een vijfden duiker, G. DE VRIES, Zeew. en Wat. v. N. H. 636.
d'heyl'ghe dienst die hier (in den tempel) geschach.
VONDEL 1, 741.
— De passieve opvatting blijkt inzonderheid in bijbelsche uitdrukkingen, waarin het woord wil als onderwerp van geschieden wordt gebezigd: iemands wil geschiedt (gr. tóqélhmagígnetai) is het passief van iemands wil doen (gr. tóqélhmapoieîn). Zie ook bij DOEN. || Uwen wille geschiede gelijck in den hemel alsoo oock op der aerden, Matth. 6, 10.
Zijn (Jehova's) wil geschiedt, Zijn wil alleen!
BOGAERS 1, 57.
— Het perfectum geschied zijn, lat. factum esse, staat dan volkomen gelijk met gedaan zijn. || Dit is in eenvoudigheid geschied, en met het allerbeste oogmerk, Leev. 8, 161.
Om u te loonen van de dienst aan my gheschiedt.
BREDERO, Roddr. 54.
So yet van hem te kort is aen mijn eer geschiedt:
So lyd' ick dat ghy noyt nae my weer om en siet.
WESTERBAEN, Ged. 1, 176.
B) Als overeenkomende met gr. gígnesqai, en inzonderheid met lat. fieri, leest men geschieden ook buiten eigenlijk passieve opvatting, en niet zelden in gevallen, waarin ons taaleigen een ander woord zou vereischen, als gebeuren, plaats hebben, voorvallen, of waarin eene geheel andere uitdrukking noodig zou zijn. || Daer geschiedde een seer groote nederlage (Vulg. facta est plaga magna nimis), 1 Sam. 4, 10. Daer geschiedde een groote aerdtbeevinge (gr. seismòVêgéneto; Vulg. terrae motus factus est), Matth. 28, 2. Daer geschiedde eene stemme uyt de hemelen (gr. fwnhêgéneto; Vulg. vox facta est), Marc. 1, 11. Waer toe is dit verlies der salve geschiet (gr. eîVtì¿âpwleia ... gégonen; Vulg. ut quid perditio ... facta est), 14, 4. Datter een donderslagh geschiet was (gr. bronthngegonénai; Vulg. tonitruum esse factum), Joh. 12, 29.
— Iemands woord geschiedt tot iemand, wordt tot hem gericht, gesproken; bijbelsche zegswijze. || Doe geschiedde het woort des Heeren tot Salomo, seggende enz. (Vulg. factus est sermo Domini ad Salomonem), 1 Kon. 6, 11. Onder de Hoogepriesters Anna ende Cajapha geschiedde het woort Godts tot Joannem (gr. êgéneto½maqeôuêpìÎwánnhn), Luc. 3, 2.
— Inzonderheid in verbinding met kunnen: iets kan geschieden, het is mogelijk; verg. lat. fieri potest. || Ik verzogt den goeden man, om my aan te dienen, ... indien hy dagt, dat dit ... geschieden kon, Leev. 6, 200. Ik voel, dat ik oud word; maar ik denk, het (het afleggen van een bezoek) zal in myne gemakkelyke koets nog wel geschieden kunnen, Leev. 7, 88."

Met de welgemeende verontschuldigingen van Google dat het niet zo goed is in het weergeven van Griekse letters...
Wel overduidelijk een oud woord dat 'geschieden', met een aantal interessante verwantschappen!


Over 'schie(d)en': "SCHIEDEN — SCHIEN —, onz. zw. ww. Mnl. scien, mnd. schên, mhd. schehen, schen; zie verder bij GESCHIEDEN. Schieden komt thans nog slechts af en toe bij dichters voor, het is dan te beschouwen als een ter wille van het metrum verkorte vorm voor Geschieden. Ook in de meeste der oudere plaatsen is het zoo op te vatten."

Waarmee we in etymologische zin niets wijzer worden, behalve dat 'geschieden' hier dus de oorspronkelijke vorm (b)lijkt te zijn, wat natuurlijk een interessante (want zeldzamer) vorm van woordvorming is...

Grtz,
V.

2/10/2006 12:57 a.m.  
Blogger Vincent zei...

onze 'posten' kruisten elkaar. Volgens mij (zie ook mijn aanvankelijke post) is er toch geen etymologische verwantschap tussen 'schie(de)n' en schijnen, o.a. blijkens het feit dat in he door mij geciteerde onder het lemma 'schijnen' niet naar 'schienen' verwezen wordt... Wellicht een toevallige overeenkomst in woordbeeld, zoals er meer zijn. Het 'modale' aspect van 'schijnen' deelt het wel met 'misschien' maar in laatstgenoemd woord zorgt het 'mogen' voor de modaliteit volgens mij. Volgens mij zijn er geen modale betekenissen van (ge)schie(de)n, maar ik moet toegeven dat ik niet het hele hier ge'paste' lemma 'geschieden' heb gelezen...

2/10/2006 1:05 a.m.  
Blogger Sauwelios zei...

De paden "schikken" en "accidere" zijn het volgen waard. Ik vond overigens zojuist een betere Engelse "counterpart" van "machgescien" dan "maybe": "mayhap".

"Inderdaad, 'maybe' lijkt eenzelfde traject te hebbben afgelegd, een contractie van hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord tot een bijwoord..."

Oorspronkelijk waren alle hulpwerkwoorden zelfstanding. Eén van de weinige dingen die ik bij GLTC heb geleerd is dat het Latijn voor "de Romeinen hebben de stad ingenomen" eigenlijk betekent "de Romeinen *hebben* [in de zin van "bezitten"] de ingenomen stad [een deelwoord is dus eigenlijk een bijvoeglijk naamwoord]".


"Je opmerking brengt me trouwens tot de vraag of 'be' - dan volgens mij in tegenstelling tot 'zijn' - ook een betekenisaspect in zich draagt dat ik (onbekend met de vakterm ervoor) als 'conditioneel' zou bestempelen"

Het verschil tussen de s-stam van de woorden voor "zijn" en de b-stam is de volgende:

"Until the distinction broke down 13c., *es-*wes- tended to express 'existence,' with beon meaning something closer to 'come to be'"
www.etymonline.com/index.php?term=am

Het waren dus oorspronkelijk twee totaal verschillende (werk)woorden. Zie ook:

www.etymonline.com/index.php?search=be

De "conditionele" betekenis van "zijn" is dus "bestaan", als in "cogito ergo sum", "ik denk dus ik besta".




"'maybe' laat zich m.i. het best vertalen met 'het moge zo zijn'"

Dat klopt niet, er is geen sprake van een wens. Het betekent simpelweg "kan zijn" - "het kan zo zijn (dat)" (vgl. Fr. peut-etre. "Peut" komt van "pouvoir", verwant met "power", precies zoals "may" verwant is met "macht" en "(ver)mogen").


"mijn gevoel zegt dat het 'conditionele' hier niet alleen door het modale hulpwerkwoord 'may' wordt veroorzaakt, maar ook door deze (moeilijk te verwoorden) betekenisvariant van 'be'..."

Ja, "may be" betekent dus eigenlijk "it may come to be (that)".

"Be" is ook verwant met Gr. "phuo", vanwaar "phusis" of "physis", "natuur" (lett. "dat wat groeit" - "physis" dus. "Natura" is verwant met "gignomai" [vanwaar "genesis" etc.] en betekent oorspronkelijk "geboorte").

Als je alleen nog zou kunnen opzoeken wat het WNT zegt over "schikken" ben ik je eeuwig dankbaar...

2/10/2006 1:40 a.m.  
Blogger Sauwelios zei...

Hm, "accidere" betekent letterlijk "voorvallen" en is mijns inziens geenszins verwant met "geschieden".

2/10/2006 1:42 a.m.  
Blogger Vincent zei...

De formulering "Den overgang van het begrip, eigen aan de vormen van het Slavisch en Sanskrit, tot het begrip accidere, eigen aan geschieden, vindt men in de beteekenissen van de verwante woorden Schicht, Schichtig en Schikken (zie die woorden, en verg. ook MISSCHIEN)." is wel erg vaag ('het begrip accidere, eigen [?!] aan geschieden') maar vanuit zuiver etymologisch oogpunt lijkt me een verwachtschap tussen 'accidere' en geschieden zeker niet onwaarschijnlijk... Alleen lijkt het mij logischer dat de stam 'cid' tot 'schied' geworden is dan dat 'cid' danwel 'accid' VIA 'geschied' 'schied' is geworden, zoals het WNT dus beweert... Waarmee veel plezier :D

V.

2/10/2006 2:01 a.m.  
Blogger Vincent zei...

zou jij btw in het licht van wat je over 'mishap' zei eens onderzoek willen doen naar (danwel vertellen wat je al weet over) de etymologie van 'happen'? Of is het echt zo simpel dat dit met 'hebben' (en dus 'habere') verwant is?

Een oersaaie prof van mij trouwens zei in zijn bepaald niet boeiende relaas vandaag overigens in een bijzin iets wel interessants: de oorspronkelijke betekenis van bezit(ten) is (niet onlogisch natuurlijk) de letterlijke: Wat je bezit is waar je op zit. Wellicht is dit woord ontstaan op een moment (ik denk aan feodale tijden) dat hetgeen je kon bezitten inderdaad voornamelijk zaken waren waarop je KON zitten, ik denk daarbij in eerste instantie aan grond...

V.

2/10/2006 2:13 a.m.  
Blogger Sauwelios zei...

Ik heb het! En zonder "schikken" op te zoeken. Het Engelse woord "hap", vanwaar "happen" en "happy", betekent "lot" (vgl. "happy" - "gelukkig" - "fortunate" - "fortuna"). Het Duitse woord voor "(nood)lot" is "Schicksal". De "Geschichte", de geschiedenis, is dus wat ons, de mensheid, geschikt is door de Schikgodinnen, door Vrouwe Fortuna, of door Zeus Zelf (het noodlot is de wil van Zeus). "Geschichte" is dus eigenlijk een voltooid deelwoord, vandaar het prefix "ge-".

En "ac-cidere", van "ad-" + "cadere", betekent natuurlijk niet "voor-vallen" maar "toe-vallen"! Ik denk dat de 's' van "cadere" (vgl., voor de 'a' van "cadere", D. "geschah"), zoals de 's' zo vaak doet, ironisch genoeg is weg-gevallen...

Ehm, ik zei overigens niets over "mishap" (ongeluk, tegenslag, vgl. "misfortune").

"Be-zitten" is analoog aan "possideo" (waarvan mijn Lat. wdb. zegt: "msch. *potis-sedeo (z. potis), eig. "ik zit hier als heer en meester") - part. perf. "possessus". Het prefix "be-" is het waard om nader t'onderzoeken.

"Habeo" is vermengd geraakt met "capio", verw. met Gr. kapto "ik hap"; als 3e betekenis van "capio" geeft mijn Lat. wdb. "voor een bepaald doel nemen, kiezen" (wat anoloog zou zijn aan "schikken"), en als 2e o.a. "aanvaarden" en "krijgen" (in welk geval het lot is wat je toebedeeld krijgt en wat je zult moeten aanvaarden). De Online Etymology Dictionary (www.etymonline.com) zegt over "to happen": "replaced O.E. gelimpan, gesceon, and M.E. befall."

Over "hap" zegt het: "from P.Gmc. *khapan (source of O.E. gehæp "convenient, fit")", en onder "happy": "From Gk. to Ir., a great majority of the European words for "happy" at first meant "lucky."". Denk ook aan "geschikt". Het laatste lijkt me echter eerder komen van "schikken" dan andersom. "Happiness" is dus wat goed, gunstig, uitkomt.

Tjesus man, die cd is echt heel erg vies! Maar hij doet het wel. Het WNT geeft voor "schikken":

"Mnl. scicken, mnd., mhd., hd. schicken. Waarschijnlijk een causativum van den stam van (Ge)schieden."

Wauw.

Als oorspronkelijke betekenis geeft het "Door een vrije beslissing bezorgen of regelen, beschikken." Misschien is "geschikt" dan ook wat je uitkiest, verkiest, uit wat je toevalt (en is iets "geschikts", is "geluk" dan iets dat verkieslijk is).

U hebt gekeken naar "Etymologie op de vroege ochtend", gepresenteerd door O. de Waal.

2/10/2006 10:24 a.m.  
Blogger Sauwelios zei...

"Misschien is "geschikt" dan ook wat je uitkiest, verkiest, uit wat je toevalt (en is iets "geschikts", is "geluk" dan iets dat verkieslijk is)."

Toch lijkt me dat wat ik eerst bedacht waarschijnlijker is:

"De "Geschichte", de geschiedenis, is dus wat ons, de mensheid, geschikt is door de Schikgodinnen, door Vrouwe Fortuna, of door Zeus Zelf".

Niet voor niets noemt Nietzsche amor fati, liefde voor het noodlot, "Gottergebenheit" - overgave aan God (niet zonder ironie, natuurlijk).

2/10/2006 10:33 a.m.  
Blogger Maj zei...

Ja Vince, dat weet ik...dacht hem even te veranderen..maar goed.
Hier laat ik het maar bij, mijn
'misschien' is na jullie voortzetting van de discussie niet echt veelzeggend meer...
(jullie hebben er in allerlei bewoordingen al veeeel teveel over gezegd :))

2/10/2006 2:18 p.m.  

Een reactie posten

<< Home