dinsdag, maart 07, 2006

Open brief

Beste Liefde van m’n leven,

Waar blijf je? Wordt het niet zo langzamerhand eens tijd? Ik ben ook al zevenentwintig, moet je weten.

Ik vind dat je beslist tekortschiet in deze…
Het is natuurlijk goed mogelijk dat je wat verlegen bent. Dat mijn Liefde van m’n leven verlegen is, klinkt alleszins plausibel. Per slot van rekening heb ik ook maar een klein hartje.

Het helpt alleen niet. Verlegen zijn, bedoel ik.
Aangezien we elkaar toch ééns moeten tegenkomen is enige dapperheid aan jouw kant wel vereist. Mocht je echt zo verlegen zijn dan zijn we elkaar wellicht al eens tegengekomen. Wellicht meer dan eens. Alleen heb je bij die gelegenheid (of –heden) verzuimd jezelf bekend te maken.

Iets in de trant van ‘Hé daar, wist je wel dat ik de Liefde van je leven ben?’ had beslist geholpen. Je had me natuurlijk ook meteen bij de schouders kunnen vatten, me diep in de ogen kunnen kijken en je lippen tot vlakbij de mijne kunnen brengen. Maar laten we wel wezen: Daar ben je veel te verlegen voor.

Bovendien leiden zulke acties bijna altijd tot misverstanden. Er zijn er namelijk geweest die mij bij de schouders vatten. Verschillende zelfs. Een aantal keek me daarbij diep in de ogen. Een enkeling kuste me zelfs. Je zult het, als je er bij was, met lede ogen hebben aangezien. Met lede ogen die niet diep in de mijne keken. Had iets gezegd, zachtjes gekucht op zijn minst. Had voor even niet ingehouden. Al was het maar om misverstanden te voorkomen.

Misverstanden liggen altijd op de loer namelijk. Net als jij eigenlijk, en net als jij spelen ze de vermoorde onschuld. Tot het te laat is. Ik hoop dat jij dat niet zult doen. Of er in elk geval op tijd mee ophoudt. Onschuldig hoef je niet te wezen. Al zou het fijn zijn als je niet persé schuldig bent ergens aan. Behalve aan het mij intens gelukkig maken, dat is toegestaan. Vermoord heb ik je liever ook niet. Ik heb al lang genoeg moeten wachten en lijken zijn koud en hebben de neiging te gaan stinken.

Jij stinkt niet. Je ruikt naar een luchtje en naar vrouw. Maar ik dwaal af. Voorstelbaar, want de geur van vrouw met een luchtje is iets om heerlijk bij af te dwalen. Maar omdat één van ons steeds afdwaalt voor ze zich bekend maakt, moet de ander bij de les blijven. Stel je voor dat ik, al mijmerend over lekker ruikende dingen, je nauwelijks verstaanbaar gemompelde Liefdesverklaring over het hoofd zie. Vooropgesteld dat je gemompel kunt zien. Dat zou wat zijn! Daar is geen van ons bij geholpen natuurlijk. En wie weet is het al gebeurd.

Je zou er moedeloos van worden. Misschien ben je dat ook. Houd moed! Als Liefde van mijn leven moet je enig optimisme betrachten namelijk. Je moet over enige vasthoudendheid beschikken. Het is in de liefde tenslotte zaak elkaar zoveel mogelijk aan te vullen. Ik ben geen ‘het-glas-is-halfvol’-iemand zoals je weet. Ik zie soms enkel lege flessen. En ik geef graag op. Het lijkt wel eens of falen mij meer voldoening schenkt dan succes hebben. Alleen voor de Liefde van m’n leven wil ik me nog wel enige moeite getroosten. Voorwaarde is wel dat je me helpt je te herkennen.

Want laat ik eerlijk zijn: Ik herken je niet. Tot nu toe niet tenminste. Bij lippen die niet gesloten bleven, heb ik vaak gedacht: Ha, daar zijn ze. Zijn wie? Zijn de lippen van de Liefde van mijn leven! Ze waren immers zacht, ietwat vochtig en stonden in hetzelfde gezicht als twee stralende ogen. “Dat gaat goed”, dacht ik dan meestal.

Over andere geboden openingen zal ik je de details maar besparen. Ik kan me voorstellen dat de Liefde van m’n leven daar niet op zit te wachten. Hoewel ik hoop dat mijn geschiedenis je interesseert, en je over mijn details hetzelfde denkt, kan ik niet van je verwachten dat je alles over me wilt weten. Er is al een hoop dat ik vergeten ben dus dat kom je van mij niet te weten. Sommige dingen zijn, zelfs voor jou, de Liefde van m’n leven, domweg niet interessant. En er zijn beslist dingen die je niet wilt weten, geloof me.

Samengevat waren er die mij deden geloven dat zij de Liefde van m’n leven waren. Alleen bleken hun argumenten voor het tegendeel na verloop van tijd gewoonweg sterker. In dat opzicht moet je ze dankbaar wezen. Ze staafden jouw mening dat ze niet de Liefde van m’n leven zijn. Dat ben jij.

Er zijn er ook geweest die in MIJ de liefde van HUN leven zagen. Dat is waar. Tenminste, daar zijn sterke aanwijzingen voor. Sommigen uitten dat zoals hierboven beschreven, en deels weggelaten. Zij kwamen vroeg of laat tot inkeer. Anderen zullen steeds hun mond gesloten hebben gehouden. Hun lippen bijeen. Die laatste groep moet beseffen dat ik niet de Liefde van hun leven ben.

De Liefde van hun leven had ze bij de schouders gevat, ze diep in de ogen gekeken en zijn lippen dichtbij de hunne gebracht. Waarschijnlijk hadden ze dan hun mond wel opengetrokken. Op mij kunnen ze blijven wachten, maar dat zou ik ze niet willen aanraden. Wachten is een nogal onaangename manier om de tijd door te komen tenslotte. Ik weet dat vrij zeker.

Hoe dan ook was ik niet de Liefde van hun leven. Dat is maar goed ook trouwens, want dan zouden ze me moeten delen. Met elkaar. En met jou. En jij wilt me niet delen. Jij wilt me helemaal voor jezelf. Alleen je durft het niet te zeggen.

14 Mijmeringen:

Blogger Sauwelios zei...

Ik denk dat iedere ware liefde liefde voor de ware is. Maar wie is die ware? Kennelijk niet de gemeende objecten van onze liefde, waar we deze ware als het ware op projecteren.

"We have already seen that each of us is the final Heh, the Princess living in Assiah far from our original estate. But who is this Vau, the Prince to whom we must surrender and who will be our Secret Lover and champion? Where do we seek the Prince? In the Western Hermetic Tradition he is called THE HOLY GUARDIAN ANGEL and 'he' is closer to us then our own heart-beat. He is our Secret Lover.
Knowledge and Conversation [gezelschap] of The Holy Guardian Angel (The Secret Lover) is the Primary Spiritual Experience. Most every religion and culture speaks of a comparable event."
[The Pathworkings of Aleister Crowley.]

Vergelijk dit eens met de volgende definitie van Soul music:

"essentially gospel music with 'girl' in place of 'Jesus,' etc."
[Online Etymology Dictionary, soul 2.]

Volgens Jung is Jezus (onder anderen) een symbool van het Zelf. Hij noemt dit Zelf "an ever-present archetype of wholeness which may easily disappear from the purview of consciousness or may never be perceived at all until a consciousness illuminated by conversion recognizes it in the figure of Christ. As a result of this 'anamnesis' [herinnering] the original state of oneness with the God-image is restored. It brings about an integration, a bridging of the split in the personality caused by the instincts striving apart in different and mutually contradictory directions." [uit: Aion, met mijn nadruk.]

3/07/2006 11:48 p.m.  
Blogger Vincent zei...

Dan mag je mij beschouwen als 'soul'-versie van Jung ;-)
Waarbij aangetekend dat ik niet zou durven beweren een filosoof te zijn.

Maar laat ik het met mijn medepublicisten (waaronder jij) eens zijn dat het beschouwen van (de zoektocht naar) zowel liefde als religie als een zoeken naar ons zelf (aldanniet met kapitale 'Z'), naar een vervolmaking van onszelf door een versmelten met hetgeen we vinden dat aan ons huidige zelf ontbreekt, een zinnig concept is. Of de 'entititeit' die we als token voor het ontbrekende kiezen nu een 'Hij' of 'zij' is...

Een (in dit kader niet onbelangrijke) kanttekening: 'Open brief' is fictie. Het is wel programmatisch van opzet maar niet van aard. Je kunt het derhalve beoordelen als essay, in de letterlijke zin van het woord is het inderdaad ook een 'probeersel', maar het IS in essentie een kort verhaal. Ook hier geldt dat de 'ik' niet zonder meer vereenzelvigd kan worden met de auteur. Hoewel beiden wellicht 1 of 2 eigenschappen gemeen hebben ;-)

Overigens -zo werd mij vanochtend op een onverantwoord tijdstip gedoceerd- signaleerde zowel Reve als zijn in veel opzichten als Reve te beschouwen ik-figuur in 'Nader tot U' ook een tweede parallel tussen liefde en godsbeleving, in elk geval die van hem: Nadat de hoofdpersoon het perfecte, alle verschenen EN nog te verschijnen literatuur in 1 klap overbodig makende boek heeft geschreven, daalt God in de gedaante van een ezel neer en komt hem vertellen dat sommige passages Hem tot tranen toe geroerd hebben... En hij heeft Hem 'lief', tot driemaal toe. Om maar aan te geven dat de drie-eenheid 'Zelf', 'liefde' en 'religie' in veler ogen facetten van dezelfde dobbelsteen zijn...

Edoch (nogmaals), 'Open brief' is geen betoog over hoe in mijn ogen liefde zou moeten zijn, noch is het hoe ik i.h.a. over liefde, danwel specifiek over liefde door mij te geven of ontvangen denk. Het is fictie. Het moet (net als mijn poezie) wel 'kloppen' als hermetisch geheel, als coherente tekst, maar hoeft geen 'kloppende' representatie van mij of m'n denkbeelden zijn. Wat mij betreft is de vraag of je het mooi vindt dan ook relevanter dan of je het met 'ik' 'eens' bent.

V.

3/08/2006 12:43 a.m.  
Blogger Sauwelios zei...

Misschien was mijn reactie wel gericht aan de ikfiguur uit je stuk, en niet aan jou ;)

Het idee is natuurlijk te naïef voor woorden, vergelijkbaar met een brief aan Sinterklaas. Maar net als God ziet Sinterklaas (of zien zijn Pieten) alles. Misschien hoopte de ikfiguur dat ook van zijn ware liefde.

Het was me door deze opzet dus meteen duidelijk dat het een ironisch stuk betrof; toch denk ik dat de ikfiguur meer dan oppervlakkig (zoals bijvoorbeeld wat betreft je leeftijd) met je overeenkomt. Misschien geldt dit ook voor jullie idealen?

3/08/2006 11:51 a.m.  
Blogger Vincent zei...

Ik denk dat de ironie ook zeker ligt in mijn opmerking dat ik en 'ik' '1 of 2 eigenschappen gemeen hebben, bijna nog meer dan in OB zelf...

Maar uiteraard bevindt zich ook enige ironie en tragiek in het verhaal, de verteller (die je overigens ook niet met mij gelijk mag schakelen) 'weet' duidelijk 'meer' dan de 'ik'.

Een laatste knipoog ligt in het feit dat je (inderdaad) steeds meer uitspraken in OB op mij kunt betrekken (hoewel er lang niet altijd een 'lineair' verband bestaat) naarmate je me beter kent.

Edoch is het de 'bedoeling' (sic) dat het verhaal goed leesbaar is voor mensen die geen idee hebben wie de auteur 'is'.

V.

3/08/2006 2:11 p.m.  
Blogger Vincent zei...

Overigens vraag ik me i.h.k.v. de door jou gebezigde term 'naief' af of je uit OB 'mag' afleiden dat de 'ik' middels zijn brief inderdaad beoogt nu wel zijn Lvml te vinden, danwel door haar gevonden te worden...

V.

3/08/2006 2:21 p.m.  
Blogger Sauwelios zei...

"Maar uiteraard bevindt zich ook enige ironie en tragiek in het verhaal, de verteller (die je overigens ook niet met mij gelijk mag schakelen) 'weet' duidelijk 'meer' dan de 'ik'."

?

De verteller is natuurlijk de 'ik'.

3/09/2006 12:24 a.m.  
Blogger Vincent zei...

Je hebt gelijk, 'verteller' is niet het goede woord voor wat ik bedoel te zeggen. Dat gezegd hebbende is er, om de door jou vervloekte vaktermen te hanteren, sprake van een 'vertellend ik' (inderdaad de verteller, de 'ik' in in de tegenwoordige tijd gestelde passages) en een 'belevend ik' (wiens belevenissen in in de verleden tijd gestelde passages aan bod komen).

Maar voor wat ik bedoelde in m'n vorige post met 'verteller' is wellicht 'auteur' nog het beste woord. Wat die mEEr weet dan beide ikken veroorzaakt de bedoelde ironie en tragiek. Zelfs de auteur echter is niet gelijk te schakelen aan ondergetekende...

V.

ps Om een overdosis aan semantische b*llshit te voorkomen stel ik voor om hier niet al te lang over door te gaan. Dat gezegd hebbende blijft je commentaar uiteraard (doorgaans) op prijs gesteld worden en van Harte welkom!

3/09/2006 1:11 a.m.  
Blogger Sauwelios zei...

"Maar voor wat ik bedoelde in m'n vorige post met 'verteller' is wellicht 'auteur' nog het beste woord. Wat die mEEr weet dan beide ikken veroorzaakt de bedoelde ironie en tragiek. Zelfs de auteur echter is niet gelijk te schakelen aan ondergetekende..."

Natuurlijk wel - mits we uitgaan van "een onveranderlijk ego-wezen", om met de Boeddha te spreken, - dat inderdaad niet bestaat, maar waarvan we in (Indo-Europese) taal en logica altijd uitgaan (het idee van "subjecten" en "objecten" is erop gebaseerd).

"Is een mens niet een organisme van vele aggregaten? Zijn wij niet samengesteld uit verschillende eigenschappen? De mens bestaat uit de materiële vorm, uit sensatie, uit gedachte, uit neigingen en tenslotte uit begrip. Dat wat mensen het ego noemen, wanneer zij 'ik ben' zeggen, is niet een entiteit achter de eigenschappen; het komt tot stand door hun samenspel."
[Woorden van de Boeddha.]

Aldus redenerend moeten we concluderen dat geen enkel 'ik' hetzelfde is, maar dat wat ik nu schrijf door iemand anders geschreven is dan door degene die dit nu schrijft.

Oh sancta simplicitas! Gelukkig hebben wij mensen zulke nuttige ficties als subject en object uitgevonden! En hoewel zulke vereenvoudigingen veel onheil kunnen stichten - orde kan namelijk ook rigide zijn, en ons beperken en vermorzelen -, de waarheid - de chaos! - is onwerkbaar en dus onleefbaar.

P.S.: Ik schrijf dit niet omdat ik behoefte heb om te mierenneuken, maar omdat ik oprecht benieuwd ben of dit was wat je bedoelde (met je onderscheid tussen jezelf en de auteur van "Open brief").

3/09/2006 1:45 a.m.  
Blogger Vincent zei...

ehrm ja en nee: Ik doelde niet persee op verandering in de tijd maar meer op Boeddha's aggregaten. Om de arme miertjes dan toch maar even met 'liefde' te overstelpen...

Stel: Ik schrijf een boek waarin ik een personage laat zeggen 'zij dacht dat ook negers konden nadenken'. Het zou opzich niet onredelijk zijn (context even daargelaten) om hieruit af te leiden dat de verteller vindt dat negers niet tot nadenken in staat zijn. Op basis van wellicht het hele boek (bijvoorbeeld als de titel ervan 'Waarom negers niet tot de soort H.sapiens behoren' luidt), of beter nog, meerdere boeken van de auteur (als genoemd boek onderdeel uitmaakt van de 'Alle negers moeten dood'-trilogie) zou geconcludeerd kunnen worden dat de auteur niet van negers houdt. Stel echter dat ik (de persoon waarvan de naam voorop genoemde boeken staat) zelf een neger ben?

Ik weet niet of je ooit iets van Grunberg gelezen hebt maar hij speelt -wat je ook verder van de man (of eigenlijk dus de auteur) mag vinden- een uiterst gerafineerd spelletje juist met dat soort spanning tussen auteur en de mens 'Arnon'. Denk ook aan b.v. pseudoniemen.

V.

ps Gedurende het vervaardigen van deze post is noch van mieren noch van negers enigerlei misbruik gemaakt ;-)

3/09/2006 2:05 a.m.  
Blogger Vincent zei...

Er schiet me nog iets te binnen trouwens dat mijn punt nog iets minder mistig zou kunnen maken:

Je zou de 'auteur' in jezelf kunnen beschouwen als een bepaalde, redelijk constante modus, vergelijkbaar met modi als 'ikzelf als ik verliefd ben', 'ikzelf als ik honger heb' e.d. Als je (non-fictie) schrijft (ik i.i.g. en ik heb andere/echte schrijvers iets soortgelijks horen beweren), ben je in een bepaalde 'frame of mind', roep je dingen in jezelf op die niet persee behoren tot je daadwerkelijke gemoedstoestand zoals die voordat je gaat schrijven was.

De associaties die bij het schrijven optreden en een belangrijk onderdeel van de magie ervan vormen, leiden je (als je dat toestaat) vaak naar/langs andere plekken dan je van plan was te bezoeken. Vergelijk schrijven met het leven en denk aan wat Lennon daarover zei...

Om e.e.a. wat te concretiseren: Toen ik aan 'Open Brief' begon, had ik net 'Programma in de Zendtijd' af en was ik derhalve in 'schrijver-modus'. Hoewel ik eigenlijk van plan was weer 'es wat huiswerk te gaan doen, typte ik zonder duidelijke aanleiding in m'n toenmalig dagelijks leven de beginzin 'Beste Liefde van m'n leven, waar blijf je?'. Op basis van deze zin moest wat ik gaan schrijven een brief zijn en leek het me een aardig idee om (geheel i.t.t. tot wat ik gewoon ben zoals je weet) de zinslengte in wat ik zou gaan schrijven flink in te perken. Iets van twee uur later stond het verhaal wat hierboven staat er.

Ik vrees dat dit wel het moment is waarop ik moet onthullen de meeste uitgangspunten (de briefvorm, het thema 'hopeloze liefde', de absurdistische gedachte-experimenten, de korte zinnen) te hebben geleend... Ueberheld Toon Tellegen was me, in zijn beslist aan te raden 'Brieven aan Doornroosje' voor.
Maar goed, hij heeft Doornroosje weer geleend ;-).

Mijn plagiaat even terzijde, een belangrijke opmerking hier lijkt me dat zowel genoemd boek als 'Liefde van mijn leven' geen actuele onderwerpen zijn in het leven van ondergetekende. Wat ik de 'auteur in mij' zou willen noemen is dus 'schrijver Vincent', is [niet gelijk aan] Vincent.

V.

3/09/2006 2:41 a.m.  
Anonymous Anoniem zei...

Vaak genoeg is het echter zo dat de auteur tot vorming komt tijdens en door middel van het schrijven. Zo'n dichter houwt zichzelf uit steen, zoals ook zijn poezie. Eigenlijk houwt hij zichzelf uit zijn poezie.
Het belangrijkste voorbeeld dat ik hiervoor heb is Aleister Crowley met zijn Little Essays towards Truth. Hierin schrijft hij allerlei inzichten op die hij nog niet had voordathij ze opschreef.
Ik zelf heb hie rook vaak last van tijdens het schrijven van raps - als ik klaar ben ben ik plots een ander mens.

Wat betreft de liefde van het leven - niet te verwarren met de liefde voor het leven die overigens wel vaak samengaan of althans goed samen passen - Wat Ollie in het begin opperde heeft te maken met de Anima - toch? In wezen het deel van de man dat beantwoord aan zijn liefde. In muzikanten is de anima volgens mij de muze, en de muze van een dichter is vaak de (projectie) niet gekende liefde van zijn leven. Anders is dat bij iemand als Herman Gorter, Deze schreef zijn minnedichten duidelijk uit het geluk van zijn liefde van vlees en bloed. Zijn liefdesbetuigingen zijn ook veel directer veel persoonlijker dan waar ik het hierboven over heb, namelijk jouw (Vincents) stuk.

J

Jakob

3/10/2006 11:26 a.m.  
Blogger Sauwelios zei...

Als jullie het over hetzelfde hebben, dan denk ik dat jullie het hebben over de persona (het masker) van de auteur, ik bedoel het masker dat bijvoorbeeld Vincent opzet - of dat zich om hem heen vormt - terwijl hij schrijft. Terwijl je schrijft doe je je vóór als iemand, terwijl je eigenlijk niemand bent (zoals de Boeddha duidelijk maakt). Deze persoon hoeft in Vincents geval inderdaad geenszins de 'ik' uit zijn "Open brief" te zijn. Noch is dit fenomeen beperkt tot schrijven: we profileren ons in alle situaties waarin we (moeten) communiceren, geven ons altijd een houding (en als ons dat niet lukt profileren we ons daarmee bijvoorbeeld als zijnde verlegen, terwijl we met onszelf alléén misschien hondsbrutaal zijn).

3/10/2006 2:03 p.m.  
Blogger Sauwelios zei...

Ik denk eigenlijk dat we de auteur van "Open brief" (van Noten überhaupt) wel gelijk kunnen stellen aan Vincent, alleen Vincent niet aan - zichzelf.

3/10/2006 2:17 p.m.  
Blogger Vincent zei...

S: hij ook ;-)

J: ja, natuurlijk is Gorters poezie veel 'persoonlijker'; zijn liefdesbetuigingen richten zich op een in zijn dagelijks leven bestaand persoon.

In OB daarentegen wordt a.h.w. de ROL aangesproken die een onbekend iemand in het leven van 'ik' vooralsnog weigert te spelen.
Ikzelf (Vincent dus) heb momenteel geen openstaande vacature voor de functie van Lvml ;-). Een groter contrast tussen beide uitingsvormen is dus bijna niet denkbaar...

Aangezien 'ik' geen flauw idee heeft wie de Lvml is, aangezien de Lvml hypothetisch en daarmee 'onpersoon' is, is alles wat je als lezer WEL van haar weet eerder wonderlijk dan het vele wat wij allen NIET weten...

V.

ps Hoewel ik daar zelf waarschijnlijk de aftrap voor gaf door wat gedichtjes 'toe te lichten', verbaast het me af en toe wel hoe vaak het commentaar hier ontaardt in een filosofische en/of semantische 'pissing contest'... Terwijl mij in eerste instantie vooral interesseert wat mijn lezertjes vinden van wat ze voorgeschoteld krijgen.

De mening van eenieder over 'schrijven', 'het analyseren van gedichten' of 'filosofie', over mij danwel over zichzelf is, om in 'poetische sferen' te blijven, vers twee...

3/10/2006 8:58 p.m.  

Een reactie posten

<< Home